LCP LCP LCP

De menselijke kant van interactie met "agents"

De menselijke kant van interactie met
share-article-arrow-image

Dit artikel gaat over het gebruik van agentic design. Agentic design, dat een brug slaat tussen menselijke agency en kunstmatige intelligentie, vereist een zorgvuldige vertaling tussen menselijke mentale modellen en algoritmische processen. Deze uitdaging wordt nog groter bij diverse interfaces, van spraakinteracties tot gedistribueerde smart home ecosystemen. Best practices voor ontwerp en value driven design bieden cruciale inzichten, waarbij de nadruk ligt op menselijke doelen, iteratieve probleemoplossing en het begrijpen van verschillende gebruikersbehoeften.

 

Een echte Agentic ontwerppraktijk, wat ik Human-Delegate Interface of HDI noem, geeft voorrang aan observeerbaarheid, aanpasbaarheid en "satisficing", het presenteren van beheersbare opties aan gebruikers terwijl de complexiteit geleidelijk wordt onthuld. Het richt zich ook op gedistribueerde "agency" over apparaten en modaliteiten, wat nieuwe benaderingen van consistentie en continuïteit vereist. Value-Driven Design (VDD), aan de andere kant, biedt een raamwerk voor agentic interface-ontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op meetbare resultaten voor stakeholders en het afstemmen van systeembeslissingen op organisatie-overschrijdende doelstellingen.

 

Het Algoritme voorbij: Design als Vertaling

Herbert Simon’s opvatting van design als de brug tussen bestaande en gewenste situaties is bijzonder relevant in ons agentische tijdperk. De uitdaging is niet langer simpelweg het creëren van intelligente systemen, maar het ontwerpen van de raakvlakken waar menselijke autonomie samenkomt met artificiële capaciteiten. (Simon’s term “Science of the Artificial” krijgt hierdoor een nieuwe en welkome dubbele betekenis.)

Of het nu gaat om een marketingmanager die een campagne aanstuurt via conversatie-interfaces, een ontwikkelaar die agent-gedrag bijstuurt met visuele dashboards, of een consument die huishoudelijke taken delegeert aan omgevingscomputers; elke interactie vraagt om zorgvuldige vertaling tussen menselijke denkpatronen en algoritmische processen.

Deze vertaalslag wordt des te complexer binnen het diverse landschap van agent-interfaces. In tegenstelling tot traditionele software met zijn herkenbare vensters en knoppen, moet agentisch design ruimte bieden aan alles: van spraakinteracties met slimme speakers tot aan gebarenbesturing in augmented reality en huishoudelijke apparaten, van eenvoudige mobiele apps tot verspreide interfaces op meerdere apparaten binnen een slim thuis-ecosysteem. Dit vormt de nieuwe ecologie van de user interface. Niet langer een GUI (Graphical User Interface), maar eerder een Human-Delegate Interface, ofwel HDI.

 

De "Designerly Way" om "agents" te kennen

Value Driven Design, ontwikkeld door Keen Design, evenals Nigel Cross’ concept van “designerly ways of knowing”, bieden essentiële inzichten voor de benadering van deze nieuwe interface-uitdagingen.

Kritisch denken over design legt de nadruk op oplossingsgericht redeneren, waarbij je terugredeneert vanuit gewenste uitkomsten in plaats van vooruit te werken vanuit technische mogelijkheden, functies of features. Bij agentic design betekent dit dat je start vanuit menselijke doelen en bedrijfswaarde (wat mensen daadwerkelijk willen bereiken) in plaats van te laten zien wat de AI technisch gezien allemaal kan.

Neem het fundamentele ontwerpvraagstuk van het overdragen van autonomie: wanneer moet een mens de directe controle behouden, wanneer kun je taken delegeren aan een agent, en hoe monitor en grijp je in bij geautomatiseerde processen?

Cross’ nadruk op constructief, iteratief probleemoplossen maakt duidelijk dat deze grenzen niet vooraf zijn vast te leggen, maar ontdekt moeten worden door het zorgvuldig observeren van gebruikspatronen, snel prototypen van interactiemodellen en voortdurende verfijning op basis van feedback uit de praktijk.

De ontwerpgerichte benadering erkent ook dat verschillende gebruikersgroepen fundamenteel verschillende interface-paradigma’s vereisen. Ontwikkelaars hebben behoefte aan transparantie en controleerbaarheid: gedetailleerde logs, heldere visualisatie van systeemstatus en verfijnde override-mogelijkheden. Minder technische makers zoeken inspiratie en flow: interfaces die het creatieve proces versterken in plaats van onderbreken. De ervaren gebruiker vraagt om overzicht en optimalisatie: dashboards die strategisch inzicht bieden zonder te verdrinken in details. Consumenten willen simpliciteit en betrouwbaarheid: interfaces die op de achtergrond blijven en alleen zichtbaar worden als echt menselijke afweging noodzakelijk is.

Het kennen van deze factoren is nooit universeel, omdat menselijk gedrag steeds verandert en van context tot context verschilt—en dus voor elke nieuwe oplossing opnieuw ontworpen moet worden.

 

Reflectie-in-Actie voor Dynamische Interfaces

Donald Schöns idee van “reflectie-in-actie” wordt bijzonder relevant bij het ontwerpen voor systemen die leren en zich aanpassen. In tegenstelling tot statische interfaces ontwikkelen agentische systemen hun capaciteiten en gedrag continu. Dit creëert een unieke ontwerpuitdaging: hoe ontwerp je voor een bewegend doelwit? Waar veel ontwerpvraagstukken – zoals een eenvoudige mobiele app of bloglayout – weinig reflectie en herformulering vereisen, zijn dit juist dynamische ontwerpuitdagingen die verre van opgelost zijn, in tegenstelling tot de meer statische GUIs.

Het kader van Schön suggereert dat effectief agentic design een ontwerpproces vraagt waarin zorgvuldige evaluatie en het uitdagen van aannames centraal staan, zodat de meest effectieve en competitieve ontwerpen kunnen ontstaan.

Neem bijvoorbeeld het huidige chatbotdesign, dat op z’n best armoedig is en dringend een herijking nodig heeft (en daar nog weinig tekenen van vertoont). Dit soort ontwerpen vormen een van de grootste blokkades voor effectieve AI-toepassing.

De ontwikkelings- en synthetisch bioloog Michael Levine merkte eens op in zijn werk over bio-elektrische interfaces: “Zoals bij elk intelligent systeem, als je de intelligentie ervan niet ziet, is het een IQ-test in twee richtingen. Het probleem kan aan het systeem liggen, of aan jou.” Levine doelde ermee op dat wetenschappers soms de juiste prompts missen om cellen passend te laten reageren. Tegelijkertijd wijst dit op het falen van het huidige chatbotdesign, waarbij de intelligentie van het systeem verborgen blijft voor de gebruiker, doordat technici deze niet inzichtelijk weten te maken.

Als design op de juiste manier wordt ingezet, kom je niet uit bij een standaard chatbotoplossing waarbij het zware werk op de schouders van een onwetende gebruiker wordt gelegd, die nauwelijks begrijpt wat hij of zij met die kracht zou kunnen doen. Door reflectie-in-actie kan design tot meer effectieve en dynamische oplossingen leiden.

Deze benadering opent nieuwe UI-paradigma’s en mogelijkheden die nu nog niet bestaan. Het verandert bovendien de negatieve eigenschappen van AI (hallucinaties, onnauwkeurigheden, en andere fouten) in sterke punten, door deze juist te benutten in plaats van ertegen te vechten zoals bij veel huidige ontwerpen gebeurt.

Daarnaast moeten gebruikers niet alleen begrijpen hoe ze hun agents kunnen bedienen en maken; ze moeten ook weten wat hun agents doen, waarom ze dat doen en hoe hun gedrag kan veranderen op basis van nieuwe informatie of voortschrijdend inzicht. Dit vraagt om het ontwerpen van niet alleen feedbackloops die het redeneerproces van agents zichtbaar en begrijpelijk maken, zodat gebruikers intuïtieve mentale modellen van hun kunstmatige samenwerkers ontwikkelen; maar vraagt óók om het spiegelbeeld: feedbackloops die het redeneerproces van de gebruiker zichtbaar en begrijpelijk maken, zodat agents zelf ook intuïtieve algoritmen (of AI-mentale modellen) van hun eindgebruiker kunnen ontwikkelen.

Tot slot, omdat agentisch gedrag ontstaat door gebruik en dus niet volledig van tevoren te specificeren is, moeten ontwerpers systemen bouwen die in realtime geobserveerd, geïnterpreteerd en verfijnd kunnen worden. Inclusief ontwerpen die dead-ends vermijden en nieuwe, waarneembare routes creëren. Dit vraagt om interface-architecturen die observeerbaarheid en aanpasbaarheid centraal stellen, in plaats van vooraf vastgelegde optimalisatie.

 

Satisficing in een tijdperk van oneindige mogelijkheden

Herbert Simons concept van “satisficing” (op zoek gaan naar oplossingen die goed genoeg zijn in plaats van optimaal) biedt een contra-intuïtief, maar essentieel principe voor agentic design. Hoewel AI-systemen in theorie enorme oplossingsruimtes kunnen verkennen, moeten menselijke interfaces gebruikers helpen deze mogelijkheden te navigeren zonder hen te overweldigen; want uiteindelijk wordt ons brein begrensd door beschikbare informatie, cognitieve vermogens en tijd (wat Simon “begrensde rationaliteit” noemt).

Effectief agentic design omarmt satisficing op het interfaceniveau door beheersbare sets opties te presenteren, in plaats van de volledige complexiteit van AI-capaciteiten bloot te leggen. Het gaat er ook om de machine te leren hoe deze met mensen moet omgaan en de gebruiker te leren hoe die met de machine kan samenwerken.

Het draait niet om het beperken van functionaliteit, maar om gelaagde onthulling: complexiteit wordt alleen zichtbaar naarmate gebruikers meer expertise ontwikkelen en specifieke behoeften uiten. Maar deze gelaagde onthulling, anders dan ooit tevoren, vindt plaats over een ecologie van apparaten en modaliteiten heen. In plaats van te proberen een oceaan aan mogelijkheden volledig te beheersen, betekent satisficing het creëren van een narratief over de hele agentische ecologie heen – nog steeds de meest betrouwbare en bewezen manier waarop agents hun volledige potentieel kunnen bereiken.

Waarschijnlijk zullen we – ongeacht welk bedrijf het doet – een soort iPhone van AI zien ontstaan, die alle technische blabla overboord gooit en alleen die minimale, extreem waardevolle elementen biedt die zichzelf doorontwikkelen en de beste ideeën van omliggende AI-tools opeten. Dán weet je dat de hand van de ontwerper in het spel is geweest.

 

Ontwerpen voor "Distributed Agency"

Zoals hierboven genoemd is de meest onderscheidende uitdaging in agentic design het faciliteren van gedistribueerde interfaces over meerdere apparaten, contexten en interactiemodaliteiten. Een enkel gesprek met een AI-assistent kan bijvoorbeeld beginnen op een smartphone, daarna vervolgd worden via een slimme speaker, vervolgens doorgaan bij een verbonden deur, verder springen naar een slimme koelkast, om uiteindelijk af te ronden op een laptop.

Bij dit alles bewaart de agent context en functionaliteit over alle touchpoints heen. Deze gedistribueerde aard vraagt om nieuwe benaderingen van consistentie en continuïteit. Traditioneel interfaceontwerp kon leunen op schermruimte en blijvende visuele elementen. Agentic design moet echter werken met vluchtige spraakinteracties, omgevingssignalen, gefragmenteerde aandacht en contextuele notificaties die zich aanpassen aan de actuele situatie van de gebruiker en beschikbare apparaten. Voor dit soort signalen zijn nieuwe ontwerpprincipes nodig.

 

Nieuwe paradigma's faciliteren: Value-Driven Design

De Value-Driven Design methodologie biedt een essentieel kader voor de ontwikkeling van agentic interfaces door de focus te verschuiven van feature delivery naar meetbare stakeholder-resultaten.

In plaats van te beginnen bij technische mogelijkheden of vooraf vastgestelde functionaliteiten, bouwt Value-Driven Design (VDD) hiërarchische waardeketens die organisatiedoelstellingen verbinden aan afzonderlijke agent-elementen. In agentische context is deze aanpak cruciaal, omdat autonome systemen waarde moeten creëren zonder voortdurende menselijke supervisie.

VDD zorgt daarnaast voor expliciete koppelingen tussen bedrijfs-OKR’s, klantbehoeften, gebruikersdoelen en specifieke ontwerp-assets, zodat iedere systeemkeuze altijd herleidbaar is tot aantoonbare waardecreatie. Binnen Value-Driven Design bestaan er meerdere lagen van waarde—van business tot klant en eindgebruiker.

Voor agentische systemen betekent VDD bovendien het ontwerpen van systemen die meerdere gebruikers, meerdere agents én meerdere soorten waarde voor diverse bedrijven ondersteunen. Deze systemische benadering stelt ontwerpers in staat systemen te creëren waarbij waardedefinities worden vastgelegd, autonome waardecreatie wordt gemonitord en kan worden ingegrepen als agent-gedrag afwijkt van de bedoelde resultaten.

De iteratieve feedbackloops die centraal staan in de value-driven methodiek zijn van kritisch belang voor systemen die leren en zich aanpassen. Hiervoor zijn interfaces nodig die niet alleen tonen wat agents hebben bereikt, maar ook inzicht geven in hoe zij waarde-doelstellingen interpreteerden en nastreefden in verschillende contexten en voor uiteenlopende stakeholders. Deze systematische benadering van waardeafstemming via design waarborgt dat agentische systemen doelgericht blijven, en niet slechts technisch geavanceerd.

 

De mensgerichte toekomst van agency

Terwijl we op de drempel staan van wijdverspreide "agentic computing", bieden de principes van design thinking-pioniers zowel het fundament als het kompas. Cross’ oplossingsgerichte ontwerpmethode, Schöns reflectieve praktijk en Simons satisficing-principe geven tijdloze wijsheid voor het navigeren van ongekende ontwerpuitdagingen. Value Driven Design biedt een ontwerpmethode om complexe waardesystemen als drijvende kracht achter de orkestratie van agents ten dienste van meerdere gebruikers te integreren.

De toekomst van agentic design ligt niet in het maximaliseren van AI-capaciteit, maar in het doordacht bemiddelen van de relatie tussen menselijke intentie en artificiële mogelijkheden. Succes meten we niet aan technologische verfijning, maar aan de naadloze integratie van kunstmatige agents in de natuurlijke stroom van menselijk werk, creativiteit en dagelijks leven.

Dit is de volgende frontier voor design: interfaces creëren die kunstmatige intelligentie niet alleen krachtig maken, maar oprecht bruikbaar in de geleefde realiteit van diverse menselijke gemeenschappen. De technieken zelf mogen tijdloos zijn—hun toepassing op agentische systemen opent volledig nieuwe domeinen voor doordachte, mensgerichte ontwerpprocessen.

 

Voor verdere verdieping

Foundational Design

Simon, H. A. (1996). The Sciences of the Artificial (3rd ed.). MIT Press.
•    Het baanbrekende werk over design als wetenschap, waarin de concepten satisficing en probleemoplossing worden geïntroduceerd die centraal staan in design thinking.

Cross, N. (2006). Designerly Ways of Knowing. Springer-Verlag.
•    Een bundel van keynotes en publicaties die verkennen hoe ontwerpers denken en de aard van ontwerp-expertise als een unieke vorm van intelligentie.

Cross, N. (1982). Designerly ways of knowing. Design Studies, 3(4), 221-227.
•    Het fundamentele artikel dat het concept van “designerly ways of knowing” voor het eerst beschreef als een unieke epistemologische benadering.

Cross, N. (2011). Design Thinking: Understanding How Designers Think and Work. Berg Publishers.
Norman, D. (2019). Design for a Better World: Meaningful, Sustainable, Humanity Centered. MIT Press.

Schön, D. A. (1983). The Reflective Practitioner: How Professionals Think in Action. Basic Books.

Buchanan, R. (1992). Wicked problems in design thinking. Design Issues, 8(2), 5-21.

 

Human-AI Interaction en Agentic Interfaces

Amershi, S., Weld, D., Vorvoreanu, M., Fourney, A., Nushi, B., Collisson, P., ... & Horvitz, E. (2019). Guidelines for human-AI interaction. Proceedings of the 2019 CHI Conference on Human Factors in Computing Systems, 1-13.
•    Het toonaangevende onderzoeksartikel met 18 wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen voor het ontwerpen van AI-gebruikerservaringen.

Coursaris, C. K., Léger, P. M., & Beringer, J. (Eds.). (2024). The Design of Human-Centered Artificial Intelligence for the Workplace. Springer.
•    Een diepgaande analyse van AI-systeemontwerp binnen organisatorische contexten, met praktijkvoorbeelden uit verschillende sectoren.

 

Value-Driven Design

Cross, N. (2025). Designerly Ways of Knowing and Thinking (Expanded ed.). Springer-Verlag.
•    The most recent expanded edition with additional chapters on creative cognition, design intelligence, and designerly thinking.

Keen Design. (2024). Value-driven design: een tijdloos schaalbaar proces voor het ontwerpen en produceren van multidimensionale waarde. Gepubliceerd op onze blog onder de titel Value Driven Design: een tijdloos schaalbaar proces voor het ontwerpen en produceren van multidimensionale waarde.  
•    Een alomvattend raamwerk om ontwerpkeuzes af te stemmen op meetbare bedrijfsresultaten en stakeholderwaarden.

Blog-notificatie

Blijf up to date met onze nieuwste artikelen

Quote_Julie_Keen_Design
Wil je meer weten over onze dienstverlening?

Neem contact op!

Julie Pontier

Sales Consultant